15_57

(14.58)                               (14.41)
Anastasius Carolus         Rotterdam  Maria Cornelia
        MEEUSSEN           25-4-1889      BELONJE
geb.Haag 28-5-1856                    geb.Gouda 15-9-1854
ovl.Rotterdam 21-1-1939               Rotterdam  4-1-1934
        Franc. M. , 51 jr, werktuigkundige (broer br.gom = 1552)
        Petrus M. , 46 jr, boekhandelaar (broer bruidegom = 15.53)
        Lieve Belonje, 30 jr, onderwijzer (broer bruid)
        Piet van Vlaardingen, 58 jr, schoolhoofd (oom bruid)
adressen volgens de Rotterdamse adresboeken :
1886    `   Oostzeedijk 286/268a ?
1889/1895   Hugo de Grootstraat 121
1897/1898   Ammansrtraat 8            (reiziger))
1899        Hugo de Grootstraat 7
1900        Gerard Scholtenstraat 29
1901/1902   Meent 13
1905/1907   Noordsingel  36               (handelsreiziger)
1910        Gerard Scholtenstraat 29 OZ - tussen 1e en 2ePijnack.str     1911  Spoorsingel 42a
1913        Diergaardelaan 46a        (admin.N.H.V.)
1915        Spoorsingel 10b           (kantoorbediende)
1917/1923   Hoevestraat 7a            (admin ..N.H.V.)
daarna      Hoveniersstraat 55b
_______________________________________________________

                           kinderloos

=====================================================

        Zie ook de bijlagen in de
            Dokumentenmap onder n r. 15.57.



(orig. 5--4-1982)
                                      ZIE VERVOLGBLAD



15.57  -  VERVOLGBLAD  -  Chronologie van Oom Staas :

Werkte van 1870 - 1884 bij B.van Leeuwenaken (?) in Den Haag waarna hij in 1884 lid werd van de Nederlandsche Handelsreizigers-vereniging, maar zijn toenmalige werkgever is onbekend.  
Een paar later (1896) werd hij al gekozen in het hoofdbestuur van de NHVen hij bleef in die functie tot 1904.  Op 25 feb.1905 werd zijn afscheid (tezamen met dat van zijn mede-bestuurslid J.H.Hillebrant) uitbundig gevierd in gebouwTivoli aan de Coolsingel te Rotterdam
In 1911 werd hij benoemd tot Administrateur der Vereniging.
In 1919 werd hem de titel van Secretaris verleend, welke functie hij vervulde tot juni 1924 toen hij als zodanig aftrad.

Ik ken Oom Staas als een lieve grootvaderlijke figuur.  (Hij  was een broer van mijn al in 1893 overleden grootvader.)   Uiteraard was hij
'ouderwets''  : droeg stijve boord en manchetten   en vervulde liefde-      vol en met verve de rol van 'vader' t.o.van mijn ouders ( Hij was
zelf kinderloos gebleven.)   Altijd was hij aanwezig op hun beider verjaardagen, maar werd danook door hen uitgenodigd om telkenjare de jaarwisseling bij hen te vieren.  Om klokke twaalf uur stond hij op en met het glas in de hand hield hij een korte en (hen ontroerende ) 'zegenbede'  (aldus de overlevering.)
Maar wat ik wel uit eigen ervaring weet zijn de jaarlijkse verjaardag-
bezoeken (met mijn ouders) aan Oma Meeussen op de Boezemkade.
( Die was op 31 augustus gelijktijdig jarig met Koningin Wilhelmina)  Dan kwam ook Oom Staas op bezoek; zijn stoel stond al klaar naast die van Oma en na haar op beide wangen te hebben gekust bleef hij gezellig met zijn schoonzus zitten kletsen, al zijn attentie aan haar bestedend.
Toen mijn broer Ted voor misdienaar leerde, vroeg Oom Staas hem eens of hij de "Suscipiat" al kende (de toen nog gebezigde Latijnse versie van het misgebed "Moge de Heer dit offer aanvaarden" ) en toen Ted aarzelde heeft Oom Staas hem de Latijnse tekst, die hijzelf zo'n 65 jaar geleden ook had moeten leren, moeiteloos voorgezegd.  
Ik wist toen niet dat Oom Staas niet meer  "kerks" was.  Ik hoorde dat pas jaren later toen mijn ouders na zijn overlijden met voldoening vertelden dat hij zich op zijn sterfbed met de Kerk verzoend had
                                                                                                                                                                                                                                                                                    
??



 

 


October 23, 2005 Blad 1


October 23, 2005 Blad 2